Wij, een overdonderende meerderheid van de kiezers, hebben gisteren gebruik gemaakt van ons democratische recht om niet naar de stembus te gaan. Vrijwel altijd geven wij trouwhartig gehoor aan de oproep om te gaan stemmen. Tot die malle deelraadverkiezingen aan toe. Maar gisteren hebben wij het vertikt om onze schoenzolen nodeloos te verslijten. We hebben namelijk, als we dat ergens goed voor vonden, al gestemd voor het Europees Parlement. En de Tweede Kamer vertegenwoordigt ons prima. Soms vinden we bij nader inzien van niet, en dan stemmen we de volgende keer lekker anders. Maar een handelsakkoord met de Oekraine? Straks moeten we nog gaan stemmen over de dienstregeling van lijn tien! Begrijp me niet verkeerd: we vinden de vertrektijden van de tram enorm belangrijk, maar die kunnen beter worden vastgesteld in een samenhangende afweging met allerlei andere dingen. We willen gewoon met de tram mee, en verder moet er niet aan onze kop gezeurd worden.
En onze kiezerspas? Laten we die opsturen aan het partijbureau van D66, die ons met dit gedoe heeft opgezadeld. Dan kunnen D66’ers op het kleinste kamertje wat antiparlementaire viezigheid van hun achterwerk vegen.
7 april 2016